Eens zal die giraffe de benen nemen

Eens zal die giraffe de benen nemen

COLUMN – Roos Schlikker

Hé. Pssst. Kijk eens. Er staat een giraffe in het café. Met zijn poten slingert hij om lunchtafeltjes tot hij pal achter mijn vriendin staat. Ik kijk naar haar verdrietige gezicht, haar vader is net overleden. Ze zegt een zin die ik ooit ook steeds zei. “Het voelt alsof ik naast de gewone wereld sta.” Precies op dat moment legt de giraffe zijn lobbeskop in haar nek. En valt zijn schaduw over haar heen.

Ja, heus. Er staat een giraffe in het café. Het is vreemd hem weer te zien. Vertrouwd, want ik ken hem. Dat grote beest dat rouw heet. Vier jaar geleden lag hij naast me toen ik op de uitvaart honderden handen schudde. “Wat fijn dat u er bent.” “Jaja, heel plotseling.” “Nee, moeders zouden niet dood moeten gaan.”

Maar dat doen ze toch. En dan sta je niet meer ín het leven maar ernaast. Want al rijd je doodgewoon op de fiets naar je werk, bel je de energieleverancier, breng je biebboeken terug, het normale is opeens absurd.

Daar zit mijn vriendin die het ene moment hard lacht, het volgende zacht huilt. Ik voel de bevreemding. Wat voor mens mag ik zijn nu dat zware op me drukt? En wat voor mens ben ik zonder ouder? Verweesd. Voor altijd verweesd.

Ik denk aan mijn eigen hoofd, gebogen onder de giraffe. De meesten zagen hem wel, maar negeerden dat. Het is ook wel vreemd als de kennis met wie je altijd geintjes maakte opeens langsloopt met dat beest. “Hé, alles goed? Zeg eh, ik moet ervandoor. Sorry, haast!”

Toen ik de giraffe net had, zei iedereen: je moet vaak over ’m praten. Maar na zes weken bromde de eerste buurtgenoot dat ik niet te veel moest blijven hangen. “Je moet ‘t een plekje geven.” Maar waar dan? Hij was veel te groot. Waar laat je een giraffe?

Het is een fase, zeiden ze. Dezelfde zin die tegen jonge ouders wordt gebruikt als een baby nachtenlang krijst. Ze noemen dat een sprongetje. Maar met de giraffe nam ik zoveel sprongetjes dat het een permanente duikvlucht leek. Totdat ik, zonder het te merken, geland bleek te zijn.

Ze zullen voorbijgaan. De nachten dat ze wakker schrikt. Ze zullen over gaan. De dagen dat ze met boodschappentassen opeens op de deurmat tegen haar huisdeur zit, geen idee hoe ze alles de koelkast in krijgt. Smeerkaas. Prei. Olijven. Ze zullen verdwijnen. De avonden waarop ze na een lullige aflevering van Grey’s Anatomy plots hikkend huilt, met snot. Hooguit af en toe zal de giraffe nog gezelschap zijn. Bij een liedje van Dolly Parton. De geur van Eight Hour Cream. Wanneer ze cakebeslag uit de kom likt, omdat dat vroeger al mocht. Dan is de giraffe er. Hij knabbelt even aan een oor. En het is oké. Dus dat zeg ik tegen mijn vriendin. Straks is het oké. Straks sta je weer ín je leven en niet ernaast. Straks heeft de giraffe de benen genomen. En keert ie maar heel soms eventjes terug.

Roos Schlikker (1975) is journalist en schrijfster van boeken en toneelstukken. Elke zaterdag schrijft ze een column voor Het Parool.



BRON: Parool, 16 december 2021

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google’s reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

I agree to these terms.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Op de hoogte blijven?

Abonneer je hier

Loading

© TROOSTCAFÉ 2023. Alle rechten voorbehouden. Privacybeleid. Foto’s van Jasja Johanna, tenzij anders vermeld. Website met ♥ gemaakt door Lian Snoep