Wisława Szymborska
Gedichtenuurtje 09-05-2023
Ik neem het de lente niet kwalijk
dat ze weer is aangebroken.
Ik reken het haar niet aan
dat ze als elk jaar trouw
haar plichten vervult.
Ik begrijp dat mijn verdriet
het groen niet tegenhoudt.
Als een sprietje buigt,
dan alleen in de wind.
Het doet me geen pijn
dat de elzen aan het water
weer iets hebben om mee te ruisen.
Ik neem voor kennisgeving aan
dat het – alsof je nog leefde –
bij de oever van een zeker meer
nog even mooi is als het was.
Ik koester geen wrok
tegen het uitzicht om zijn uitzicht
op de inham die in de zonneschittering baadt.
Ik kan me zelfs voorstellen
dat op dit ogenblik
een ander stel dan wij
op de omgevallen berkenstam zit.
Ik respecteer hun recht
om te fluisteren, te lachen
en gelukkig te zwijgen
Ik ga er zelfs van uit
dat de liefde hen verbindt
en hij haar omhelst
met een levende arm.
Wisława Szymborska (1923-2012)
Uit: Einde en begin. Gedichten 1957-1997
Geef een reactie